Menselijke activiteit veroorzaakt
warmte, weten we allemaal. In het grote en in het kleine. De tijd dat we het
gewoon ‘lekker warm’ kregen van onze activiteiten ligt een beetje achter ons.
‘Lekker warm’ in het groot is Global Warming geworden, Wereldwarming, die ons
bestaan bedreigt, naar men zegt (en tegenspreekt). Maar ook ‘lekker warm’ in
het kleine heeft existentiële aspecten: sociale uitsluiting of althans sterk
verminderde kans op geluk in werk en liefde, door visuele en olfactorische
vochtvorming aan min of meer intieme delen van ons lichaam.
Temperatuur associeert dus
inmiddels met fundamentele angst en weerzin, hoop en wanhoop, geloof en
ongeloof. Dit biedt velerlei kansen, als je de kansen maar ziet.
Een voorbeeld – beetje uit de richting, maar toch – is de Wereldwarming als
actueel godsbewijs. Gaat als volgt. Global Warming een ‘hoax’? Integendeel! Een
hard feit, maar wel aldus: kaukasisch manspersoon op pensioenleeftijd,
verzorgde witte baard, rondgaand in een kleed tot op de enkels, die met de
thermostaat in de weer is, daarboven tussen de wolken ergens. Herkenbaar en dus
geloofwaardig voor de vele kaukasische mannen en vrouwen op of tegen
pensioengerechtigde leeftijd hier beneden, die vaak genoeg ’s morgens in
kamerjas de CV wat hoger zetten. De elkaar tegensprekende stellingen over de
oorzaak onder aardwetenschappers zijn geen minpunt, maar leggen juist de basis
voor het finale quod erat demonstrandum. Via zgn. ‘transcederende dialectiek’
resulteert daaruit namelijk onvermijdelijk de hemelwetenschappelijke synthese
dat onze lieve heer aan de (verwarmings)knoppen aan het draaien is; en dus
bestaat (resterende twist over oorzaak wordt daarna een discussie over motief; en die kan kort blijven, omdat
in de hemelwetenschap ondoorgrondelijkheid van wegen voorop staat).
Wereldwarming vormt natuurlijk een ongehoorde commerciële uitdaging van
temperatuurregeling op wereldschaal.
Daar past nog enige bescheidenheid. We zouden graag anders zien, maar
niet-transcedente planetaire warmtegeling is voorlopig science fiction. De
gekoelde voetbalstadions straks in Quatar zijn wel een stap in de goede
richting, zeker. Als onmiddellijke follow up verwacht ik zelf evenwel niet veel
meer of anders dan de bouw van een alcoholvrij wintersport oord in de woestijn
of een verbeterd, want bij minder drukkende hitte te verrijden,
Paris-Dakar’achtig racespektakel in de zandbak daar.
Voor een kans die al werd benut – en dan hebben we het over ‘in het kleine’ –
kunnen we dichter bij huis blijven: fitness tijdens kantooruren onder sterke
koeling. Gedaan inmiddels het omkleden in sportpakje dat doorweekt raakt en het
omslachtige douchen, ontgeuren en weer omkleden daarna in de office apen/apinnensuit
(na een half uur rust ook nog, om niet alsnog smelly te raken door de
‘nawarmte’). Gewoon in die suit, liefst mét die puntige nozemschoenen resp.
halfhoge pumps nog aan de voeten, de spierversterkende, warmteverwekkende
grepen en toeren doen – onder kunstmatige vrieskoude – en dan hup, weer in de
lift naar de volgende bespreking.
Minimaal tijdverlies, maximaal efficiënt.
Adam Smith zou niet beter hebben kunnen wensen.
Natuurlijk zijn er risico’s. Te
snel te heftige (klein)klimaatveranderingen, bijvoorbeeld om rekening te houden
met die ‘nawarmte’. En dan ‘pats’, licht voorgoed uit en terug naar de Grote
Knoppendraaier. Mooie letselschadezaak waarschijnlijk. Maar dit terzijde.
Zoals vaker loopt de rechtspraktijk niet voorop, terwijl er toch bepaald mogelijkheden
liggen, in elk geval als het gaat om de regelingskanten van temperatuur. Maar
al te vaak staan verhitte gemoederen in de weg aan een goede behandeling van
een geschil ter zitting of aan de schikking daarvan. Hoe anders zal dat worden
als de zittende magistratuur beschikt over middelen om de zaaltemperatuur in
korte tijd een graadje of wat te laten dalen. Met straks, in het kader van KEI,
alleen nog een toetsenbord en een scherm voor zich moet iedere voorzitter dat
kunnen fixen zonder dat het te zeer aandacht trekt. En door gebruik van heel
locale en gerichte warmte/koude gordijnen zou eindelijk de pleiter wiens
woordkramerij niet valt te stoppen of de zwaar over de zeik geraakte
justitiabele letterlijk ‘kaltgestellt’ kunnen worden. Zal KEI inderdaad
kwaliteitsverbetering opleveren en niet alleen maar bezuinigingen!
En dan heb ik het nog niet over
maatschapsvergaderingen bij grote en middelgrote advocatenkantoren. Zelfde
recept, met de voorzitter aan de knoppen, een beetje zoals Ernst Stavro Blofeld
bij vergaderingen van S.P.E.C.T.R.E (maar minder rigoureus). Daar kan dat
verfoeilijke platte water dan weer van tafel en vervangen worden door bier of
zelfs warme wijn, zonder gevaar dat men, verhit geraakt, elkaar te lijf gaat of
staande de bijeenkomst een of meer nieuwe kantoren ontstaan.
Onderkoelde humor gaat een heel
nieuwe betekenis krijgen.