Over Frame spotting en Zelfhulp bij Framing


Frans is in Nederland geen levende taal meer. Frans is alleen nog een negatief epitheton, voor een houding en standpunt van Franse onderdanen, die de ene Nederlander sprekend met een andere Nederlander, als ‘hooghartig’ wil afdoen (om over het standpunt zelf niet te hoeven nadenken). Vanuit een minderwaardigheidscomplex, dus, inderdaad.

De term ‘Esprit de l’escalier’ zegt weinig mensen iets. Het wijst naar de vernietigende repliek die iemand pas te binnen schiet als de nederlaag in een woordenwisseling of andere confrontatie al geleden is en niet meer te redresseren. In de Parijse setting van de aanduiding: op de monumentale trap naar buiten, een regenachtige Grand Boulevard, verdreven uit de salon met de vele lichtjes of het imposante kantoor waar de vernedering werd ondergaan.  
Men heeft het gelijk aan zijn zijde, maar verzuimde, verspeelde het te krijgen, te scoren, door gebrek aan scherpte. Welke advocaat (m/v) die procedeert weet geen geval waarin succes hem ontglipte doordat hij niet op het moment dat het moest en nog kon, bezwaar maakte, de stem verhief, protesteerde, amok maakte, wegliep.

De juiste, wel effectieve ‘esprit’ – niet ‘de l’escalier’ dus – is niet altijd en overal een vereiste voor succes. De Parijse salons en burelen waren lange tijd wel het centrum van de wereld, of meenden dat althans te zijn. Maar niet alles wat zich in de wereld voordoet aan ideeën of confrontatie centreert in Parijs. Niet meer, vandaag de dag.

Tegelijk is gebrek aan scherpte in debat, ‘ad rem’ zijn, eens te meer fataal geworden.
Met name in het politieke debat.
Door de 24/7 nieuwsgaring en -vertering, de tot minuten of zelfs fracties daarvan verkorte aandacht voor een punt van belang die gegund en gevraagd wordt ‘in de politiek’. En meer algemeen door de opgefokte, bijna gedrogeerde Nederlandse politieke cultuur en haar even opgefokte en ‘tijd verkortte’ media biotoop. Waarin voortdurend ‘gescoord’ moet worden en mis schieten of niet schieten gelijk staat aan falen. En niet alleen in de Nederlandse politieke cultuur, trouwens. Het is een wijd verbreid, maar niet wereldwijd verbreid fenomeen.

Esprit de l’escalier is dus terug van nooit weggeweest. Of, indien wel terug van weg geweest, terug verdubbeld in belang en impact. En dat laatste hangt samen met de opkomst en inmiddels universele toepassing van dat andere fenomeen in debat, in alle communicatie eigenlijk: het fenomeen ‘framing’.
Het is van alle tijden dat lieden met een boodschap of idee, discussie daarover naar hun hand proberen te zetten door de parameters van debat te bepalen. Inmiddels is framing van optioneel hulpmiddel geworden tot zo ongeveer het enige wezenlijke, onvermijdelijke punt en moment van strijd in een debat. Wie de ‘framing’ binnensleept, heeft het debat gewonnen. Wie de framing verliest hangt verslagen in de touwen. Nieuwe kansen als we aan het inhoudelijke toekomen? Vergeet het maar. Het debat is al over en verloren voordat het überhaupt  over de inhoud gaat.
En dit alles zo zijnde spreekt het voor zich: hoe eerder, hoe completer, hoe onverhoedser geframed, hoe beter. Het gevecht gaat niet alleen om de framing op zich, maar om de ‘pole position’ daarin.

Framing kan worden bestreden, ja zeker. In ieder geval door drie soorten van tegenzet. Door het frame te tonen, betrokkenen laten inzien dat het (maar) een frame is. Door ‘contra framing’, een soort overtroeven dus. En door het uitgezette frame zelf tot een ‘tegenframe’ te maken (wat in de juristerij en de deeltjesfysica zo mooi heet: van kleur te laten verschieten).
Ook dit alles vraagt altijd een uiterste vorm van scherpte. De framing moet worden herkend en doorzien. De ‘vervaltermijn’, waarna iedere tegenzet krachteloos wordt, kan soms een paar seconden zijn. Veel framing ligt opgesloten in de eerste zinnen van een betoog. Beleefd laten uitspreken en aanhoren is dan meteen al geen optie. Onmiddellijk en met de botte bijl (maar wel verbaal) er op in hakken de enige werkzame remedie.
 
Ik las lange jaren het Jehova periodiek ‘De Wachttoren’. Trouw op zaterdagochtend aan de deur afgeleverd door een vriendelijke Jehova, die ik een gulden gaf en die ik verder niet te woord stond. En dit ene was dan mijn leesplezier: welke inleidende zinnen waren nog objectief beschrijvend en begrijpelijk. En met welke zin begon de metafysica, de onzin en het hersenspoelen. Perfecte training geweest voor het spotten van framing. Zo denk ik nu.

BalieBreed zette eerder uiteen hoe ‘links’ (= weldenkend Nederland) zich door de BBB heeft laten framen in het debat over de zogenaamde rechtvaardige grieven van de plattelanders, waarnaar niet wordt geluisterd. ‘Die grieven zijn een mythe en er hoeft dus ook niet naar geluisterd te worden’ , zo had Caroline van der Plas van meet af aan moeten worden toegebeten. Nu is de halve Haagse politieke mischpoche al weer jaren bezig met ‘zich te verhouden’ tot wat in wezen een fantoomprobleem is.

Bij ‘tegenframing’ denkt de Nederlander natuurlijk meteen aan de Geuzen. Weggezet als ‘gueux’ – schooiers – door de pedante Spaanse adel, werden de toenmalige Hollanders onder het vendel van ‘Geuzen’ slagvaardige, meedogenloze rovers in de strijd tegen Spanje. De term ‘Geuzennaam’ wil dus in modern lingo zeggen: tegenframing.

Als laatste over een recente gemiste kans op tegenframing in de politieke arena, na framing door een van onze beste (en gevaarlijkste) framers: Geert Wilders (waarmee dit geschrift dus een voorbeeld is van Esprit de l’Escalier).
‘Zuur links’, zo etiketteerde Wilders de oppositie tijdens de beschouwingen in mei j.l. over het hoofdlijnenakkoord van het huidige fascistische kabinet. Rob Jetten voorop, stonden de aangesprokenen wat bedremmeld te glimlachen in de Kamer. En dan begon het tegenspreken, het ontkennen, het afzwakken.
Fout!
‘Wij zijn inderdaad links. Maar we zijn niet zuur. We zijn het zuur. Het zuur waarin dit hoofdlijnen akkoord, het regeerakkoord dat er komt en het kabinet, dit politieke gedrocht, onschadelijk zal worden gemaakt. Zoals een voor mens, dier en omgeving schadelijke, giftige, ziekteverwekkende chemische verbinding, onder onnatuurlijke omstandigheden in elkaar geboetseerd in een laboratorium waar men alle veiligheidsprotocollen in de wind slaat, door zuur onschadelijk wordt gemaakt, ontbonden, opgelost, gecomposteerd, teruggebracht tot een moleculair niveau dat niet giftig is.’
Dat had de reactie moeten zijn.

Ah, l’Esprit de l’Escalier!