Van Putitler, via Tolstoi naar Putapoleon

Veel mensen in mijn omgeving vinden het maar niks dat Putin het land Oekraïne is binnengevallen. Het contingent op serieus gevorderde leeftijd herbeleeft de 2e wereldoorlog, ieder naar de eigen beleving destijds, natuurlijk. Maar altijd te beginnen met het fenomeen van een klein mannetje met grote trauma’s en weinig zelfbeheersing dat een groot leger het licht doet zien om daar dood en verderf mee te zaaien in andere landen.
 
Putin, Hitler. Putitler.

Andere mensen in mijn omgeving én ik zelf, vinden het ook maar niks, maar zien ook een positief punt. Vreselijke conflicten in verre en meer nabije landen te over, de afgelopen 40 jaar. Maar ze leenden zich om allerlei redenen minder goed voor echt ‘engagement’. En zo liep de druk om eens een daad te stellen maar op en op, zonder dat verlossing kon worden verkregen door die daad daadwerkelijk te stellen (een bepaalde vergelijking dringt zich op, inderdaad). En bleef het noodgedwongen bij praatjes over hoe er … als maar … , waarbij een zeurende (zelf)twijfel bleef of, als het puntje bij paaltje kwam, de spreker echt en daadwerkelijk … en niet, zoals 90% van de Nederlanders in de klassieke referentieperiode ’40 – ’45, maar zo’n beetje … (etc. etc.).
Mogelijk omdat Oekraïne en Rusland ons geografisch én cultureel meer nabij zijn – alle gezever over die ‘Russische ziel’ ten spijt – is dat nu anders.

We stellen daden. Ik stel daden. Een paar voorbeelden.

We zouden zondag j.l. naar de Hermitage. Mooi niet gedaan. Naar Cobra in plaats daarvan. Geen storende doeken en stukken van Russische herkomst te zien, daar. Wel werd pijnlijk duidelijk dat het communisme in goede reuk stond bij sommige Cobra kunstenaars. Maar goed, Marx (1818 – 1883) zelf dacht als laatste aan het achterlijke Rusland als proeftuin voor zijn arbeidersparadijs en we kunnen daarom wel zeggen dat het communisme eigenlijk typisch on-Russisch is. In elk geval zijn we niet alsnog weggelopen, daar in Amstelveen.

Toen Frankrijk niet meedeed in Irak II wilden de Amerikanen geen french fries meer. Wel fries dus, eerder meer dan minder zelfs, maar geen french fries. Dat werden ‘freedom fries’ in het onnavolgbare, maar altijd praktische, morele besef en de totale wansmaak die in de VS de publieke opinie dicteren. Dat soort engagement kan nu ook. Ik mijd sedert een week strikt het Russisch ei en de omelet Siberiënne. Het zijn geen gerechten waar ik mijzelf dagelijks op trakteerde. Maar, zouden de Oekraïners de strijd lang volhouden, dan zal de lekkernij toch omgedoopt moeten worden. Ze blijven immers erg lekker. Concrete ideeën voor namen heb ik nog niet.

Russische muziek op radio 4 zet ik meteen uit. Daarvoor moet het trouwens wel aangekondigd worden als muziek van een componist met een Russisch klinkende naam. Ik ben geen kenner, helaas. Maar als dat gebeurt, dan toon ik mij onverbiddelijk.

Kom daar maar eens om.

Daden dus. En niet zonder resultaat.
Er is namelijk al een vorm van vrede uitgebroken. Vrede met mezelf. Ergens voel ik wel dat mijn engagement gericht tegen Putitler niet helemaal van gelijke aard en omvang is als het verzet dat de resterende 5% Nederlanders in de (nog steeds) referentieperiode ’40 – ’45 pleegde jegens Hitler (resterend nadat ook de 5% oostfrontstrijders is afgetrokken van de volle 100% Nederlanders). Maar ik kan nu weer slapen en zonder schaamte in de spiegel kijken en dat is niet onbelangrijk.

In mijn tegen Putitler en Rusland gerichte dadendrang wilde ik ook alle in de boekenkast aanwezige delen van ‘De Russische Bibliotheek’ aan de houtkachel prijsgeven. Maar het eerste het beste deel, Oorlog en Vrede I, viel open en … het is te erg voor woorden, maar ik kon niet nalaten weer te gaan lezen. Een paniekaanval zal ik zeggen als men mij ter verantwoording roept.
Intussen kan ik, dankzij de herlezing van Leo Tolstoi, tegen de meeste ‘pundits’ in beweren dat de vooruitzichten van Oekraïne beter zijn dan uit de telling van tanks en vliegtuigen zou volgen, als maar – ironie van de geschiedenis – de gedragslijn van Rusland in de strijd tegen Napoleon wordt gevolgd.

Ik leg uit.

Tolstoi zag hoe Napoleon half Europa had kunnen onderwerpen: doordat de adellijke heersers en maarschalken die legers in het veld brachten tegen Napoleon, als de veldslag niet meteen goed ging, de strijd opgaven en zich overgaven. Napoleon toonde zich dan mild en sportief overwinnaar, deelde het veroverde gebied opnieuw in middels provincies met namen van rivieren en liet verder het meeste bij het oude.
‘Voilà une belle mort’ legt Tolstoi Napoleon in de mond bij inspectie van het slagveld na de overwinning bij Austerlitz, wijzend naar de neerliggende Vorst André (die evenwel leeft en daarna verzorgd wordt en overleeft (om een paar hoofdstukken verderop alsnog te sterven aan een verwonding opgelopen bij Borodino (dit alles voor wie het even niet meer wist))). Hoe mild en sportief wil je het hebben?
En Tolstoi zag het kardinale verschil met Napoleon’s strijd tegen alleen de Russen, te beginnen bij Borodino. De Russen bleven daar schieten en vechten, toen ze eigenlijk al waren verslagen en gaven zich niet over. Niks nieuwe provincies met namen van rivieren. Een koude winter en gebrek aan alles lieten maar één uitweg aan Napoleon: terug naar Parijs. En de niet verslagen, doorvechtende Russen maakten er een catastrofe van.
Als Zelensky en Co hun klassieken kennen, kunnen ze dit kunstje misschien herhalen. Gewoon blijven vechten en schieten (wat je maar ‘gewoon’ noemt, inderdaad). Ook 190k Russische soldaten kunnen geen 44 miljoen Oekraïners onder de duim houden. Het Russische leger zal een bezettingsleger worden en smelten zoals La Grande Armée smolt, onder de duizendvoudige aanvallen, dag in dag uit.

Putin. Napoleon. Putapoleon.